Paragraaf 1 Parlement: Eerste en Tweede Kamer


Parlement = volksvertegenwoordiging = Staten-Generaal = Eerste en Tweede Kamer.

De Eerste Kamer (Senaat) wordt niet rechtstreeks gekozen door de bevolking. Wij kiezen de leden van de Provinciale Staten (soort volksvertegenwoordiging van de provincie). Vervolgens kiezen zij de leden van de Eerste Kamer uit.

--> dit noem je indirecte verkiezingen/getrapte verkiezingen

De Tweede Kamer wordt wel rechtstreeks door het volk gekozen. (om de 4 jaar)

--> dit noem je directe verkiezingen


Paragraaf 2 Verkiezingen Tweede Kamer

Bijna iedere Nederlander van 18 jaar en ouder met Nederlandse nationaliteit mag stemmen. Er zijn twee uitzonderingen:
  • iemand kan door een rechterlijke uitspraak uit het kiesrecht zijn ontzet.
  • iemand met een geestelijke stoornis

actief kiesrecht = het recht om je stem uit te brengen bij verkiezingen
passief kiesrecht = het recht om je verkiesbaar te stellen

1922 --> alle mannen en vrouwen boven de 18 hebben algemeen kiesrecht (actief en passief)

 

In Nederland is geen stemplicht!
Daarom is er wel een verplichting om je te melden op het stembureau bij verkiezingen om te zeggen dat je niet wilde stemmen = opkomstplicht


Wat gebeurt er precies voor, tijdens en na de verkiezingen?

  1. Kandidatenlijst indienen (op die personen kan gestemd worden)
    De nummer 1 op die lijst is de lijsttrekker. Een lijstduwer is een bekende Nederlander die stemmen voor die partij probeert binnen te halen door zijn steun aan de partij te laten zien.
  2. Campagne voeren
    Er worden posters, flyers, ballonnen, lolly's, pennen, pepermuntje enz. verspreid met de partij erop. Partijen hebben ook vaak hun eigen slogan = pakkende zin die een gedachte van de partij weergeeft. Ook worden openbaar debatten uitgezonden op televisie/radio.
  3. Stemmers krijgen oproepkaart en stembiljet en gaan stemmen
  4. Geldige stemmen worden geteld
    Stembiljetten waarop meerdere hokjes zijn ingekleurd of waarbij er iets leuks is bijgeschreven zoals 'Hup Rutte' zijn ongeldig. Het Centraal Stembureau stelt de resultaten vast en er worden partijen worden geïnterviewd over de uitslag.

  5. De kiesdeler wordt berekend (uitrekenen van zetels)

  6. Er wordt gekeken of er een kandidaat is die een baan heeft die niet samen kan gaan met het lidmaatschap van de Tweede Kamer
    Iemand kan namelijk niet lid zijn van de Tweede Kamer en lid zijn van de Raad van State, de Rekenkamer of van de Hoge Raad.
    Raad van State = de hoogste adviescommissie van de regering
    Rekenkamer = een orgaan dat de uitgaven van de regering controleert
    Hoge Raad = het hoogste orgaan van de rechterlijke macht
  7. Verdeling van de zetels

  8. Fractievorming
    Een fractie = een groepje mensen in de volksvertegenwoordiging die tot dezelfde politieke partij horen. Zo'n fractie staat onder leiding van een fractievoorzitter.

  9. Coalitie en oppositieIn de Tweede Kamer zijn de fracties van de VVD, het CDA en de PVV het meestal eens met de voorstellen van de regering --> coalitiefracties
    De andere partijen die niet in het kabinet zitten noemen we de
    oppositiefracties

Paragraaf 3 Taken en rechten van de Tweede Kamer

Belangrijkste taken van de Tweede Kamer: de wensen en behoeften van het volk vertegenwoordigen en het controleren van de regering (ministers + koning)
Controleren van ministers: waar zijn ze mee bezig? Om toezicht de houden hebben ze een paar rechten:
  • Vragenrecht --> ze mogen altijd vragen stellen.
  • Recht van interpellatie --> aanvraag van een spoeddebat. Er worden geen normale vragen gesteld, het gaat er  wat harder aan toe. De minister moet verschijnen in de Tweede Kamer en verantwoording afleggen.
  • Recht van motie --> een verzoek aan de minister om iets te doen of juist niet te doen.
  • Recht van enquête --> als een situatie helemaal niet wordt vertrouwd dan kan de Tweede Kamer een onderzoek opstellen.
Medewetgeving = In samenwerking met een ander politiek orgaan wetgeving tot stand brengen.
Een wet die bedacht is door een minister moet eerst gecontroleerd worden door de Tweede en Eerste Kamer. De volgende rechten hebben hiermee te maken:
  • Budgetrecht --> ze moeten instemmen met plannen die gaan over inkomsten en uitgaven voor de regering het mag uitvoeren.
  • Stemrecht --> ze hebben het recht over elk plan en wetvoorstel hun stem uit te brengen.
  • Recht van initiatief --> alle leden van de Tweede Kamer mogen ook een eigen wetsvoorstel of beleidsplan indienen.
  • Recht van amendement --> de Tweede Kamer mag wijzigingen voorstellen m.b.t. een wetsvoorstel.

Paragraaf 4 Taken en rechten van de Eerste Kamer

Ze hebben bijna dezelfde taken en rechten als die van de Tweede Kamer:

Ze hebben wel:
  • vragenrecht
  • recht van interpellatie
  • recht van motie
  • recht van enquête
  • budgetrecht
  • stemrecht


Ze hebben niet:
  • recht van initiatief
  • recht van amendement